Wat regelt artikel 17 van de Arbowet precies?
Artikel 17 van de Arbowet geeft ruimte om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van de normale arboregels. Maar dit mag alleen als er afspraken worden gemaakt in een collectieve regeling. Denk aan een cao, of aan afspraken die de werkgever heeft gemaakt met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
De belangrijkste boodschap van dit artikel is: je mag van de regels afwijken, maar alleen als het beschermingsniveau van de werknemers gelijk blijft. Werknemers mogen er dus niet slechter van worden.
De letterlijke tekst van artikel 17 is juridisch en ingewikkeld. Hier leggen we stap voor stap uit wat het betekent, wanneer je het kunt toepassen en waar je als ondernemingsraad (OR) of PVT op moet letten.
De kern: maatwerkafspraken die afwijken van standaardregels
Artikel 17 stelt dat je onder een zogenaamde “algemene maatregel van bestuur” (AMvB) mag afwijken van bepaalde arboregels. Dit gebeurt niet zomaar. Er moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
- De afwijking moet zijn toegestaan in een AMvB.
Bijvoorbeeld: in het Arbobesluit of andere onderliggende regels. - De afwijking moet schriftelijk zijn overeengekomen in een collectieve regeling.
Dit kan een cao zijn, of een regeling die is afgesproken met de OR of PVT. - De veiligheid en gezondheid van werknemers mogen niet in gevaar komen.
De alternatieve aanpak moet minimaal even goed beschermen als de standaardregel.
Deze ruimte voor maatwerk is vooral belangrijk in sectoren of bedrijven waar de standaardregel niet goed past. Denk aan onregelmatige werktijden, seizoenswerk of bijzondere arbeidsomstandigheden.
Maar: het beschermingsniveau van de werknemer staat altijd voorop. Als de alternatieve werkwijze minder veilig is, mag de afwijking niet worden toegepast.
Wat is een ‘algemene maatregel van bestuur’?
Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is een wettelijke regeling die wordt uitgewerkt door de regering, zonder dat daar eerst een wet in formele zin (zoals goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer) voor nodig is.
In het kader van de Arbowet zijn de belangrijkste AMvB’s:
- Het Arbobesluit
- Het Arboregeling
- Het Arbeidstijdenbesluit
Deze documenten werken de algemene regels van de Arbowet uit in concrete eisen. Denk aan:
- Het aantal decibel dat is toegestaan op de werkplek
- Wanneer een werknemer een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet krijgen
- Of hoe een bedrijf omgaat met gevaarlijke stoffen
In sommige AMvB’s is dus ruimte ingebouwd om hiervan af te wijken, mits je aan de voorwaarden van artikel 17 voldoet.
De rol van de ondernemingsraad & PVT bij afwijking
Artikel 17 geeft de ondernemingsraad (OR) een cruciale rol. Een werkgever kan alleen van de standaardregels afwijken als hij hierover schriftelijk overeenstemming bereikt met de OR of PVT.
Wat betekent dit in de praktijk?
- De OR of PVT moet actief betrokken zijn bij het opstellen van de alternatieve regeling.
- De OR of PVT mag de afwijking alleen goedkeuren als het beschermingsniveau gelijk blijft.
- De OR of PVT moet dit schriftelijk vastleggen, inclusief de onderbouwing waarom de afwijking geen nadelige gevolgen heeft.
Als de werkgever zonder instemming een afwijkende regeling toepast, dan handelt hij in strijd met de wet. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan dan ingrijpen.
Daarom is het belangrijk dat de OR of PVT voldoende kennis heeft van de Arbowet én over wat de alternatieve werkwijze inhoudt. Training en goede informatie zijn dus essentieel.
Geen verslechtering van bescherming toegestaan
Een van de belangrijkste zinnen in artikel 17 is:
“Daarbij wordt te allen tijde in acht genomen dat geen afbreuk wordt gedaan aan het beschermingsniveau.”
Dit betekent dat je nooit een regeling mag maken waarbij werknemers er qua veiligheid of gezondheid op achteruitgaan. De lat blijft even hoog. Alleen de manier waarop je het doel bereikt, mag anders zijn.
Een voorbeeld:
- Standaardregel: bij werk boven de 2,5 meter moet een steiger worden gebruikt.
- Afwijking: in plaats daarvan gebruikt het bedrijf een speciaal valharnas met dubbele beveiliging.
Als het harnas aantoonbaar net zo veilig is als de steiger, dan mag je hiervan afwijken — mits de OR of PVT of cao-partijen dit schriftelijk hebben goedgekeurd.
Wordt de veiligheid minder? Dan mag het niet.
Voorbeelden uit de praktijk
Voorbeeld 1: Gezamenlijk afgesproken alternatieve werktijden
Een distributiebedrijf werkt met ploegendiensten buiten de normale arbeidstijden. Volgens het Arbeidstijdenbesluit moeten er bepaalde rusttijden worden aangehouden. Maar in overleg met de OR of PVT stelt de werkgever een alternatief dienstrooster op, waarbij de rusttijden anders worden ingericht.
De OR of PVT stemt hiermee in, omdat de nieuwe planning meer hersteltijd biedt tussen lange diensten. Het beschermingsniveau is dus niet lager, maar anders ingericht.
Voorbeeld 2: Werkplekinrichting
In de bouw schrijft het Arbobesluit voor dat er bij bepaalde werkzaamheden een fysieke afscherming moet zijn. Het bedrijf wil liever werken met detectieapparatuur die automatisch stopt bij gevaar. Dit is technisch veiliger, sneller en minder belastend voor de werknemer.
De OR of PVT stemt in, na onderbouwing van experts. Ook hier geldt: afwijking toegestaan, zolang het beschermingsniveau gelijk blijft (of beter is).
Wat moet je als OR of PVT goed controleren?
Als ondernemingsraad of PVT moet je alert zijn bij voorstellen tot afwijking. Let vooral op de volgende punten:
- Is de afwijking wettelijk toegestaan?
Staat er in het Arbobesluit of Arbeidstijdenbesluit dat afwijking mogelijk is? - Is de regeling schriftelijk uitgewerkt?
Zorg dat alles op papier staat, inclusief onderbouwing. - Is het beschermingsniveau gelijk of beter?
Vraag om onderbouwing door een arbodeskundige of preventiemedewerker. - Zijn de werknemers goed geïnformeerd?
Weten zij wat er verandert en wat dit betekent voor hun veiligheid? - Zijn er evaluatiemomenten ingebouwd?
De situatie moet regelmatig worden geëvalueerd. Wat nu veilig is, kan over een jaar onveilig zijn. - Heb je als OR de juiste kennis?
Artikel 17 vereist inhoudelijke kennis van arbeidsomstandigheden. Volg dus scholing.
Een passende cursus hiervoor is te vinden op collegevoormedezeggenschap.nl, bijvoorbeeld over arbeidsomstandigheden en de rol van de OR.
Wat als er geen overeenstemming is?
Een afwijking mag alleen als de OR of PVT schriftelijk instemt. Is er geen overeenstemming, dan mag de werkgever de afwijkende regeling niet doorvoeren. Dit voorkomt dat de werkgever eenzijdig sleutelt aan belangrijke veiligheidsnormen.
Komt de werkgever toch in actie zonder instemming?
- Dan kan de OR bezwaar maken.
- De OR kan ook de Nederlandse Arbeidsinspectie inschakelen.
- In ernstige gevallen is een gang naar de rechter of de bedrijfscommissie mogelijk.
Zorg dus altijd voor een goed onderbouwd standpunt en laat je juridisch adviseren als het vastloopt.
Artikel 17 in relatie tot andere wetten
Artikel 17 van de Arbowet verwijst naar artikel 1:3 lid 1 van de Arbeidstijdenwet. Daarin staat wat een collectieve regeling is:
“Een collectieve regeling als bedoeld in dit artikel is een regeling in een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling waarin de werkgever met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging schriftelijk overeenstemming heeft bereikt.”
Deze koppeling laat zien dat de Arbowet en Arbeidstijdenwet elkaar aanvullen. Beiden beschermen de werknemer, maar bieden ruimte voor maatwerk als er goede afspraken worden gemaakt.
Let op: artikel 17 mag niet worden gebruikt als excuus om kosten te besparen of regels te omzeilen. Het is bedoeld voor situaties waarin een alternatieve aanpak écht beter past.
Waarom is artikel 17 belangrijk?
Artikel 17 is geen ‘ontsnappingsroute’, maar een manier om maatwerk mogelijk te maken binnen veilige kaders. Het voorkomt dat organisaties vastlopen op regels die in de praktijk onhandig of achterhaald zijn.
Voor de ondernemingsraad of PVT biedt dit artikel een krachtige positie:
- Je beslist mee over afwijkingen op belangrijke regels.
- Je kunt eisen stellen aan veiligheid en gezondheid.
- Je kunt alternatieven tegenhouden die schadelijk zijn voor werknemers.
Tegelijkertijd betekent dit ook verantwoordelijkheid. De OR moet deskundig zijn, kritisch blijven en durven doorvragen. Zeker bij complexe technische of medische kwesties.
Conclusie: wees als OR of PVT scherp, deskundig en betrokken
Artikel 17 van de Arbowet biedt ruimte voor maatwerk, maar stelt strenge eisen. Als ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging ben je medeverantwoordelijk voor het veiligheidsniveau binnen je organisatie.
Maak gebruik van je rechten:
- Vraag om goede onderbouwing
- Laat je bijstaan door arbodeskundigen
- Raadpleeg een jurist bij twijfel
- Volg scholing om je kennis te vergroten
Een goede start is de cursus ‘Cursus Arbo Ondernemingsraad’ op collegevoormedezeggenschap.nl. Die helpt je om je rol als OR of PVT serieus en professioneel in te vullen.
Laat artikel 17 niet een grijs gebied worden. Gebruik het als instrument om écht maatwerk mogelijk te maken, zonder in te leveren op veiligheid of gezondheid. Zo bescherm je de belangen van werknemers én houd je ruimte voor innovatie in de organisatie.