De rol van de ondernemingsraad bij artikel 2:114b BW
Artikel 2:114b BW speelt een grote rol bij beursgenoteerde vennootschappen. Het artikel gaat over de zogenoemde bedenktijd, die het bestuur kan inroepen wanneer aandeelhouders ingrijpende besluiten willen nemen of wanneer een vijandig overnamebod dreigt. Deze bedenktijd kan maximaal 250 dagen duren en heeft als doel om rust en zorgvuldigheid te waarborgen.
Voor de ondernemingsraad (OR) ligt hier een belangrijke taak. Het bestuur moet de OR namelijk raadplegen tijdens de bedenktijd. Dat betekent dat de ondernemingsraad niet alleen een adviesfunctie heeft, maar ook invloed kan uitoefenen op de koers van de vennootschap in een periode van spanning en onzekerheid.
In dit artikel leggen we uit wat artikel 2:114b BW inhoudt, hoe de bedenktijd werkt en welke rol de ondernemingsraad precies speelt. Ook bekijken we waarom het raadplegen van de OR belangrijk is en hoe de OR zich goed kan voorbereiden op deze bijzondere situatie.
Wat regelt artikel 2:114b BW?
Artikel 2:114b BW is van toepassing op vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een vergelijkbaar systeem in het buitenland. Het gaat dus specifiek om beursgenoteerde bedrijven.
Het bestuur mag een bedenktijd inroepen in twee situaties:
- Initiatief van aandeelhouders – wanneer aandeelhouders voorstellen willen agenderen die gaan over de benoeming, schorsing of het ontslag van bestuurders of commissarissen, of over statutenwijzigingen die hiermee te maken hebben.
- Openbaar bod – wanneer een vijandig overnamebod is uitgebracht of aangekondigd zonder dat er overeenstemming is met de vennootschap.
Het bestuur moet vervolgens beoordelen of dit wezenlijk in strijd is met het belang van de vennootschap en de onderneming. Alleen dan kan de bedenktijd ingeroepen worden.
Gedurende de bedenktijd zijn de bevoegdheden van de algemene vergadering opgeschort voor zover het gaat om de benoeming, schorsing en het ontslag van bestuurders of commissarissen. Het bestuur gebruikt deze tijd om alle relevante informatie te verzamelen, belangen af te wegen en zorgvuldig beleid te bepalen.
De positie van de ondernemingsraad tijdens de bedenktijd
Een opvallende bepaling in artikel 2:114b BW is dat het bestuur de ondernemingsraad moet raadplegen. Naast aandeelhouders die een bepaald kapitaalpercentage vertegenwoordigen, wordt de OR expliciet genoemd als gesprekspartner.
Deze verplichting geeft de ondernemingsraad een directe stem in een zeer gevoelige fase. De bedenktijd is immers vaak aan de orde bij situaties die de toekomst van de onderneming drastisch kunnen veranderen, zoals een overname of een machtsstrijd met aandeelhouders.
De ondernemingsraad brengt in dit proces het werknemersbelang naar voren. Waar aandeelhouders meestal kijken naar rendement en zeggenschap, kijkt de OR naar werkgelegenheid, arbeidsvoorwaarden en continuïteit van de onderneming. Dit maakt de OR tot een belangrijke tegenkracht en een aanvullende bron van advies.
Het bestuur moet het standpunt van de ondernemingsraad vervolgens publiceren op de website van de vennootschap, mits de OR daarmee instemt. Daarmee wordt het OR-standpunt zichtbaar voor aandeelhouders, media en andere stakeholders.
Waarom de raadpleging van de OR essentieel is
De betrokkenheid van de ondernemingsraad bij artikel 2:114b BW kent meerdere functies:
- Evenwicht in belangen: aandeelhoudersbelangen en werknemersbelangen worden naast elkaar gelegd.
- Transparantie: het standpunt van de OR komt in de openbaarheid en kan de discussie richting geven.
- Zorgvuldigheid: door ook werknemers te betrekken bij de afwegingen, kan het bestuur beter beargumenteren waarom de bedenktijd nodig is.
- Legitimiteit: wanneer de OR zijn steun uitspreekt voor de bedenktijd, kan dit het bestuur meer draagvlak geven tegenover aandeelhouders en de rechterlijke macht.
Het raadplegen van de ondernemingsraad is dus niet slechts een formaliteit. Het versterkt de kwaliteit van besluitvorming in een periode waarin grote druk en haast vaak de boventoon voeren.
De praktische rol van de ondernemingsraad
Hoe kan de ondernemingsraad deze rol concreet invullen? Er zijn verschillende stappen die de OR kan nemen:
- Analyseer de situatie – verzamel informatie over het voorstel van aandeelhouders of het openbare bod. Begrijp de gevolgen voor de organisatie en werknemers.
- Stel vragen aan het bestuur – vraag naar scenario’s, risico’s en alternatieven. Zo krijgt de OR een volledig beeld.
- Weeg belangen af – combineer financiële en strategische factoren met de impact op personeel en continuïteit.
- Formuleer een duidelijk standpunt – zorg voor een heldere, beargumenteerde reactie die werknemersbelangen centraal stelt.
- Kies voor openheid – beslis of publicatie op de website wenselijk is. Vaak is dit verstandig om het werknemersperspectief zichtbaar te maken.
Een ondernemingsraad die deze stappen goed doorloopt, kan het bestuur helpen om beter voorbereid te zijn op juridische procedures of op discussies met aandeelhouders.
De ondernemingsraad en de ondernemingskamer
Artikel 2:114b BW bevat ook een rol voor de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Aandeelhouders die het niet eens zijn met het inroepen van de bedenktijd, kunnen daar een verzoek indienen om de bedenktijd te beëindigen.
Bij de beoordeling kijkt de Ondernemingskamer of het bestuur in redelijkheid kon oordelen dat het aandeelhoudersvoorstel of het overnamebod wezenlijk in strijd was met het vennootschappelijk belang. Ook bekijkt de rechter of het voortduren van de bedenktijd nog nuttig is.
Voor de ondernemingsraad betekent dit dat zijn standpunt een extra gewicht kan krijgen. Wanneer de OR het bestuur steunt, kan dit bijdragen aan de overtuigingskracht richting de Ondernemingskamer. Het laat zien dat ook werknemers de bedenktijd noodzakelijk achten.
Voorbereiding van de ondernemingsraad
De ondernemingsraad moet voorbereid zijn op de mogelijkheid dat artikel 2:114b BW aan de orde komt. Dat kan onverwacht gebeuren, bijvoorbeeld bij een plotseling overnamebod.
Belangrijke voorbereidingen zijn:
- Kennis van de wet: de OR moet de tekst en strekking van artikel 2:114b BW kennen.
- Relatie met het bestuur: zorg voor korte lijnen, zodat informatie snel gedeeld kan worden.
- Communicatie met werknemers: leg uit wat er speelt en welke rol de OR vervult.
- Training en scholing: volg een cursus over corporate governance en medezeggenschap. Een passende cursus vind je bij College voor Medezeggenschap.
Door deze voorbereidingen kan de OR snel en effectief reageren als de bedenktijd wordt ingeroepen.
Conclusie: een stevige positie voor de ondernemingsraad
Artikel 2:114b BW is een modern instrument om de belangen van een vennootschap te beschermen in tijden van spanning. De bedenktijd geeft het bestuur ruimte om beleid zorgvuldig te bepalen en overhaaste besluiten te voorkomen.
Voor de ondernemingsraad betekent dit artikel een duidelijke positie in het centrum van de besluitvorming. De OR wordt geraadpleegd, mag een standpunt kenbaar maken en kan zo invloed uitoefenen op de koers van de onderneming.
Deze rol vereist dat de ondernemingsraad goed voorbereid is, de belangen van werknemers krachtig naar voren brengt en actief participeert in het overleg met bestuur en aandeelhouders. Wanneer de OR dat doet, draagt hij bij aan evenwichtige en zorgvuldige besluitvorming, precies waar artikel 2:114b BW voor bedoeld is.