artikel 2 107a BW
4,7
4,7 van 5 sterren (op basis van 240 reviews)
Uitstekend69%
Heel goed30%
Gemiddeld1%
Slecht0%
Verschrikkelijk0%

Lees Alle Beoordelingen

Rol ondernemingsraad bij besluiten volgens artikel 2:107a BW

De rol van de ondernemingsraad bij besluiten volgens artikel 2:107a BW

Artikel 2:107a van het Burgerlijk Wetboek (BW) legt een belangrijke schakel vast tussen het bestuur, de algemene vergadering en de ondernemingsraad (OR) van een vennootschap. Het gaat om situaties waarin het bestuur ingrijpende besluiten wil nemen die de identiteit of het karakter van de onderneming sterk veranderen.

Het artikel geeft aan dat de algemene vergadering van aandeelhouders vooraf goedkeuring moet geven aan bepaalde besluiten van het bestuur. Daarnaast krijgt de ondernemingsraad een formele positie in het proces: het bestuur mag de aandeelhouders pas om goedkeuring vragen nadat de OR hierover een standpunt heeft kunnen innemen.

Dit betekent dat de ondernemingsraad niet alleen intern adviesrecht heeft op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR), maar ook een plek heeft in het vennootschapsrechtelijke besluitvormingsproces.

In deze tekst leggen we stap voor stap uit:

  • Welke besluiten onder artikel 2:107a BW vallen.
  • Hoe het proces van goedkeuring werkt.
  • Welke rol de ondernemingsraad precies heeft.
  • Hoe de OR zijn invloed effectief kan inzetten.
  • Praktische tips om als OR goed voorbereid te zijn.

Wat zijn ‘belangrijke veranderingen’ volgens artikel 2:107a BW?

Lid 1 van artikel 2:107a BW geeft drie voorbeelden van besluiten die als belangrijke verandering gelden en dus onder dit artikel vallen:

  1. Overdracht van de onderneming of vrijwel de hele onderneming aan een derde.
    Dit gaat om een volledige of nagenoeg volledige verkoop van de onderneming. Denk aan een overname door een ander bedrijf of het onderbrengen van alle activiteiten bij een nieuwe eigenaar.
  2. Aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon of vennootschap, als dat van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap.
    Bijvoorbeeld het starten van een joint venture, of het beëindigen van een langdurige samenwerking met een strategische partner.
  3. Het nemen of afstoten van een groot belang in een ander bedrijf, ter waarde van ten minste een derde van de activa volgens de (geconsolideerde) balans.
    Dit kan gaan om het kopen van een groot aandelenpakket in een andere onderneming of juist het verkopen ervan.

Het artikel gebruikt de formulering ‘waaronder in ieder geval’. Dat betekent dat ook andere besluiten onder dit artikel kunnen vallen als ze een vergelijkbaar effect hebben op de identiteit of het karakter van de onderneming.


Goedkeuring door de algemene vergadering

Het bestuur van de vennootschap kan deze besluiten niet zelfstandig nemen. Eerst moet de algemene vergadering van aandeelhouders ermee instemmen. Deze goedkeuring is formeel vereist, maar als het bestuur het besluit toch uitvoert zonder goedkeuring, blijft het besluit in principe rechtsgeldig tegenover derden (lid 2).

De verplichting tot goedkeuring is dus vooral een interne controle. Het dwingt het bestuur om verantwoording af te leggen aan de aandeelhouders voordat er ingrijpende stappen worden gezet.

Maar voordat de aandeelhouders die beslissing nemen, moet de ondernemingsraad zijn zegje kunnen doen.


De positie van de ondernemingsraad in dit proces

Lid 3 van artikel 2:107a BW geeft de ondernemingsraad een duidelijke plek in de besluitvorming:

  • Het bestuur mag de aandeelhouders pas om goedkeuring vragen nadat de OR tijdig in de gelegenheid is gesteld zijn standpunt te bepalen.
  • Het standpunt van de OR wordt gelijktijdig met het verzoek om goedkeuring aan de aandeelhouders voorgelegd.
  • De voorzitter van de OR, of een aangewezen OR-lid, mag het standpunt toelichten in de algemene vergadering.

Dit is een formeel recht dat verder gaat dan het gewone adviesrecht van de WOR. Het betekent dat de OR zijn mening rechtstreeks bij de aandeelhouders kan neerleggen, zonder dat het bestuur deze kan filteren.


Tijdig betrekken van de OR

De wet schrijft dat de ondernemingsraad tijdig in de gelegenheid moet worden gesteld om een standpunt te bepalen. Dat betekent:

  • Voldoende informatie krijgen over het voorgenomen besluit.
  • Genoeg tijd om het besluit te bestuderen en intern te bespreken.
  • Indien nodig: externe deskundigen raadplegen.

Tijdigheid is belangrijk, want als de OR te laat betrokken wordt, kan dat leiden tot conflicten en juridische procedures. Het bestuur moet daarom een redelijke termijn aanhouden.


Toelichting in de algemene vergadering

Het is uniek dat de ondernemingsraad zijn standpunt rechtstreeks kan toelichten in de algemene vergadering van aandeelhouders. Dit geeft de OR een podium om de belangen van werknemers ook op aandeelhoudersniveau te presenteren.

De OR kan in zijn toelichting:

  • De gevolgen voor personeel en organisatie benoemen.
  • Alternatieve scenario’s aandragen.
  • Risico’s en kansen voor de lange termijn bespreken.

Het is verstandig om deze toelichting goed voor te bereiden en indien mogelijk af te stemmen met vakbonden of andere stakeholders.


Samenwerking met andere ondernemingsraden

Lid 4 van artikel 2:107a BW regelt hoe het werkt als er meerdere ondernemingsraden zijn binnen de groep.

  • Als de werknemers in meerderheid in Nederland werken, geldt het recht ook voor de OR van een dochtermaatschappij.
  • Zijn er meerdere OR’s, dan oefenen zij het recht gezamenlijk uit.
  • Is er een centrale ondernemingsraad (COR), dan ligt de bevoegdheid daar.

Dit voorkomt dat verschillende OR’s binnen hetzelfde concern tegenstrijdige standpunten uitbrengen.


Koppeling met de Wet op de ondernemingsraden

De rol van de ondernemingsraad in artikel 2:107a BW staat naast zijn rechten onder de Wet op de ondernemingsraden. Bij een besluit dat onder dit artikel valt, is vaak ook sprake van een adviesplichtig besluit op grond van artikel 25 WOR.

Dat betekent dat:

  • De OR zowel in het WOR-traject als in het BW-traject actief is.
  • Het advies van de OR op grond van de WOR eerder in het proces komt.
  • Het standpunt onder artikel 2:107a BW later aan de aandeelhouders wordt voorgelegd.

In de praktijk is het slim om deze trajecten te combineren, zodat de OR consistent en goed onderbouwd kan reageren.


Succesfactoren voor een sterke OR-rol

De ondernemingsraad kan zijn invloed in dit proces vergroten door:

  1. Vroeg signaleren van mogelijke besluiten die onder artikel 2:107a BW vallen.
  2. Informatie opvragen die volledig en actueel is.
  3. Deskundigen inschakelen bij complexe overnames of samenwerkingen.
  4. Samenwerken met vakbonden, collega-OR’s en eventueel de centrale ondernemingsraad.
  5. Duidelijke communicatie naar de achterban en aandeelhouders.

Een goed voorbereide OR kan zo het verschil maken in de uiteindelijke koers van de onderneming.


Praktisch voorbeeld

Stel: een groot productiebedrijf wil zijn hele fabriek verkopen aan een buitenlandse investeerder.

  • Het bestuur stelt dit besluit op en wil het in de algemene vergadering laten goedkeuren.
  • Omdat er een ondernemingsraad is, moet deze eerst zijn standpunt bepalen.
  • De OR krijgt de plannen, inclusief financiële onderbouwing, en bespreekt de gevolgen voor werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden.
  • De OR komt tot een kritisch standpunt, waarin hij alternatieven voorstelt.
  • In de algemene vergadering licht de OR zijn standpunt toe.

Zo krijgen aandeelhouders een breder beeld van de impact en kunnen zij een weloverwogen beslissing nemen.


Opleiding en voorbereiding

Omdat artikel 2:107a BW vraagt om juridische kennis, strategisch inzicht en communicatieve vaardigheden, is het voor ondernemingsraden belangrijk om zich hierin te verdiepen.

Op collegevoormedezeggenschap.nl vind je trainingen die ingaan op de rol van de OR bij grote bedrijfsbesluiten, inclusief het gebruik van artikel 2:107a BW.

Zo leert de OR hoe hij juridisch sterk staat, hoe hij aandeelhouders weet te overtuigen en hoe hij zijn positie effectief benut.


Verdere verdieping: praktijkcases

Case 1: Fusie tussen twee gelijkwaardige partijen

Een logistiek bedrijf wil fuseren met een concurrent. Het bestuur ziet vooral synergievoordelen, maar de ondernemingsraad maakt zich zorgen over dubbele functies en mogelijke reorganisaties.

  • Stap 1: De OR vraagt alle fusiedocumenten op, inclusief due diligence-rapporten.
  • Stap 2: De OR schakelt een externe jurist en een financieel adviseur in om de risico’s te analyseren.
  • Stap 3: In de algemene vergadering benadrukt de OR dat de fusie zonder een goed sociaal plan tot grote onrust zal leiden.
  • Resultaat: De aandeelhouders stellen als voorwaarde voor goedkeuring dat er een sociaal plan komt.

Lessen:

  • Een OR die zijn standpunt goed onderbouwt, kan voorwaarden laten opnemen.
  • Het combineren van WOR-advies en 2:107a-standpunt versterkt de impact.

Case 2: Verkoop van een winstgevende dochtermaatschappij

Een groot concern wil een winstgevende dochter verkopen om schulden af te lossen. De ondernemingsraad vreest dat de verkoop op lange termijn schadelijk is voor de werkgelegenheid in de rest van het concern.

  • Stap 1: De OR laat berekenen wat de toekomstige winstbijdrage van de dochter zou zijn.
  • Stap 2: De OR presenteert in de algemene vergadering dat de verkoop op korte termijn geld oplevert, maar op lange termijn groei belemmert.
  • Resultaat: De verkoop gaat niet door; het bestuur kiest voor herfinanciering.

Lessen:

  • Aandeelhouders luisteren naar argumenten die financiële én strategische gevolgen combineren.
  • De OR moet niet alleen op personeelsbelangen focussen, maar ook op bedrijfscontinuïteit.

Veelvoorkomende valkuilen voor de OR

  1. Te laat reageren
    Als de OR pas vlak voor de aandeelhoudersvergadering betrokken wordt, is er te weinig tijd om invloed uit te oefenen.
  2. Onvoldoende dossierkennis
    Zonder inzicht in de juridische en financiële context kan de OR moeilijk tegenwicht bieden aan het bestuur.
  3. Standpunt zonder draagvlak
    Een standpunt dat niet breed in de achterban leeft, mist overtuigingskracht.
  4. Te veel op emoties sturen
    Aandeelhouders nemen beslissingen op basis van feiten, cijfers en strategie. Emotie mag, maar moet ondersteund worden door feiten.
  5. Geen gebruik maken van externe experts
    Deskundigen kunnen complexe documenten vertalen naar begrijpelijke informatie voor de OR.

Checklist per fase van het besluitvormingsproces

1: Signalering

  • Houd de strategische agenda van het bestuur in de gaten.
  • Let op persberichten, geruchten en interne memo’s.
  • Vraag bij twijfel of een besluit onder artikel 2:107a BW kan vallen.

2: Informatie verzamelen

  • Vraag alle relevante stukken op: contracten, financiële rapporten, risicobeoordelingen.
  • Controleer of informatie volledig en actueel is.
  • Vraag om toelichting op onduidelijke punten.

3: Analyse

  • Schakel juridische en financiële experts in.
  • Beoordeel effecten op personeel, bedrijfsstrategie en financiën.
  • Bepaal alternatieve scenario’s.

4: Standpuntbepaling

  • Betrek de achterban via bijeenkomsten of enquêtes.
  • Leg vast hoe het besluit de werknemers raakt.
  • Formuleer kernpunten kort en krachtig.

5: Presentatie in de algemene vergadering

  • Oefen de toelichting.
  • Onderbouw met feiten, cijfers en voorbeelden.
  • Houd het kort, bondig en overtuigend.

6: Nazorg

  • Communiceer het resultaat terug naar de achterban.
  • Volg de uitvoering van het besluit op.
  • Meld het als het bestuur afwijkt van gemaakte afspraken.

Hoe de OR maximale invloed uitoefent

De ondernemingsraad kan met artikel 2:107a BW meer invloed uitoefenen dan veel OR’s beseffen. Door:

  • Proactief te handelen en niet te wachten tot het bestuur zelf aanklopt.
  • Twee sporen te volgen: het WOR-adviestraject én het BW-goedkeuringsproces.
  • Netwerk op te bouwen met aandeelhouders die gevoelig zijn voor duurzame strategie en personeelsbelangen.
  • Sterke argumenten te gebruiken die personeelsbelangen koppelen aan bedrijfswaarde.

Belang voor de lange termijn

Een OR die dit artikel goed toepast, kan grote invloed hebben op de koers van het bedrijf. Het gaat niet alleen om het beschermen van banen op de korte termijn, maar ook om:

  • Duurzame groei.
  • Goede relaties tussen bestuur, personeel en aandeelhouders.
  • Verantwoord ondernemen.

Daarmee kan de OR een rol spelen die verder gaat dan ‘toezicht’, en echt bijdragen aan strategische keuzes.


Training en professionalisering

Omdat het proces rond artikel 2:107a BW juridisch complex is, is scholing essentieel.
Op collegevoormedezeggenschap.nl vind je cursussen die de OR helpen om:

  • Juridische kaders te begrijpen.
  • Onderhandelingen met bestuur en aandeelhouders te voeren.
  • Standpunten effectief te presenteren.

Een goed getrainde OR is beter in staat om de stem van werknemers op het hoogste niveau te laten horen.